Press release Sint Maarten

Vervolg onderzoek beheer Criminaliteitsbestrijdingsfonds Curaçao

WILLEMSTAD – Het Ministerie van Justitie is bezig met de uitvoering van de aanbevelingen van de Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de Raad) om het Criminaliteitsbestrijdingsfonds te versterken. Dat blijkt uit het vervolgonderzoek (review) van de Raad naar het beheer van het Criminaliteitsbestrijdingsfonds in Curaçao.

De Raad heeft in 2018 een inspectie-onderzoek gedaan naar het beheer van het Criminaliteitsbestrijdingsfonds in Curaçao. In 2022 deed de Raad een review onderzoek om na te gaan in hoeverre de zeventien aanbevelingen die gedaan zijn in 2018, zijn opgevolgd.

In het landspakket voor Curaçao is overeengekomen dat de aanbevelingen van de Raad integraal moeten worden opgevolgd. Uit het onderzoek van 2022 blijkt dat die afspraak een impuls heeft gegeven aan de opvolging van de aanbevelingen.

De Raad constateert echter dat een spoedig afronding van de opvolging van de aanbevelingen voornamelijk wordt belet, door het vooralsnog uitblijven van procedures over de wijze waarop het Criminaliteitsbestrijdingsfonds zijn (wettelijke) inkomstenbronnen moet verwerven. Om dit proces op gang te brengen is het van essentieel belang dat het Openbaar Ministerie, het Gemeenschappelijk Hof van Justitie , het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Financiën samenwerken. Het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie moeten naar het oordeel van de Raad een degelijke administratie bijhouden van onder meer, de opbrengsten verkregen uit de inning van boetes en de netto-opbrengsten verkregen uit de verkoop van bij onherroepelijk vonnis verbeurdverklaarde goederen. Deze wettelijke inkomstenbronnen van het Criminaliteitsbestrijdingsfonds moeten binnen de kortst mogelijke tijd inzichtelijk worden gemaakt.

Ook constateert de Raad dat er geen prestatie-indicatoren zijn vastgesteld voor de Unit Criminaliteitsbestrijdingsfonds noch voor de uitvoerders van projecten die door het Criminaliteitsbestrijdingsfond zijn gefinancierd. Het Criminaliteitsbestrijdingsfonds moet inzicht geven in de beoogde prestaties door deze kwantitatief in de vorm van bijvoorbeeld tijdsduur van projecten, aantal deelnemers aan projecten en de hoogte van de financiële bijdrage aan projecten, weer te geven. In het kader van de financiering van een project over resocialisatie van jeugdigen moet bijvoorbeeld het aantal jeugdigen worden vermeld, waarop het project zich richt.

Het Criminaliteitsbestrijdingsfonds moet het beleidsplan van het fonds jaarlijks, met bijbehorende begroting, naar het Ministerie van Financiën worden opsturen. Omdat de werkelijke bedragen waar het fonds recht op heeft onbekend zijn, wordt de begroting niet in het beleidsplan opgenomen. Hierdoor zijn er vooralsnog geen afspraken gemaakt met het Ministerie van Financiën over het opsturen van het beleidsplan.

Het begrip criminaliteitsbestrijding is door de Minister van Justitie gedefinieerd maar wat onder het begrip preventie moet worden verstaan is vooralsnog onduidelijk. Om de transparantie, objectiviteit, onpartijdigheid, en doelmatigheid van het fonds te borgen acht de Raad het noodzakelijk om vast te stellen welke projecten in het kader van preventie gefinancierd kunnen worden. De aanbeveling om projecten die aanmerkelijk bijdragen aan criminaliteitsbestrijding voor een periode langer dan drie jaar te financieren, is niet opgevolgd . Anders dan het Ministerie van Justitie, is de Raad van oordeel dat de wet de mogelijkheid biedt om projecten langer dan drie jaar te financieren.

Er is ook geen besluit genomen over de aanbeveling om te overwegen om de Minister van Financiën en de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning elk een lid van de Commissie Criminaliteitsbestrijdingsfonds te laten aanwijzen. De leden van de Commissie van het Criminaliteitsbestrijdingsfonds moeten, onder meer, de voorgedragen financieringsvoorstellen beoordelen en daarover adviseren. Naar het oordeel van de Raad wordt de transparantie, objectiviteit, onpartijdigheid, en doelmatigheid van het Criminaliteitsbestrijdingsfonds beter geborgd als de leden niet door dezelfde minister worden benoemd.

Ten tijde van het review waren er drie aanbevelingen opgevolgd, vijf deels opgevolgd en negen niet opgevolgd. Vier van de negen aanbevelingen hebben betrekking op de processen tijdens het afhandelen van project aanvragen. Deze vier aanbevelingen konden niet door de Raad worden beoordeeld, omdat ten tijde van het onderzoek de leden van de CCF niet waren benoemd waardoor het CF geen projecten in behandeling nam. De Raad verwacht dat binnen afzienbare tijd alle (deels) openstaande aanbevelingen alsnog opvolging krijgen.

Het volledige inspectierapport is digitaal beschikbaar op www.raadrechtshandhaving.com

RAAD VOOR DE RECHTSHANDHAVING