PHILIPSBURG, Sint Maarten – De Raad voor de rechtshandhaving (de Raad) heeft eind april 2024 zijn Staat van de rechtshandhaving (de Staat) voor het jaar 2023 rechtstreeks aangeboden aan zowel de minister van Justitie alsmede de Staten van Sint Maarten. De Raad geeft in zijn Staat een overzicht van de uitgevoerde inspecties in 2023 en de daaruit voortvloeiende overkoepelende relevante onderwerpen. Ook beschrijft de Raad de ontwikkelingen in Sint Maarten en de stand van zaken mede voortvloeiende uit de gemaakte afspraken aan de hand van de onderwerpen van justitiële samenwerking uit het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO).
Voor de rechtshandhavingsketen ziet de Raad voor Sint Maarten het onderwerp samenwerking als een noodzakelijkheid. De meest recente Staat borduurt daarom voort op het onderwerp samenwerking, waarbij de (onderwerpen van de) justitiële samenwerking tussen de landen centraal staat.
Ontwikkelingen Sint Maarten
In 2023 hebben verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden, waarbij de vooruitgang op het gebied van het detentiewezen en het functieboek justitie het meest in het oog springen. Ook de samenwerking op het gebied van politie, de verzorgde opleidingen, de samenwerking tussen de Voogdijraden voor wat betreft HALT en de inzet op (mogelijke) gespecialiseerd materieel zijn als positieve ontwikkelingen te benoemen.
Daarnaast zijn er ook onderwerpen waarop nog meer ingezet moet worden. In dit kader zijn onderwerpen zoals sturing in het algemeen, sturing op de opvolging van de aanbevelingen van de Raad, de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel en de bestrijding van witwassen van gelden en terrorismefinanciering als voorbeelden te noemen. Ook de structurele problemen met betrekking tot de aanwezigheid van essentiële randvoorwaarden bij de verschillende diensten, zoals financiële, personele en materiele capaciteit blijft zorgwekkend.
Voorts wees de Raad er wederom op dat de rapporten van de Raad en de reacties daarop nog steeds niet consequent overeenkomstig de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving door de minister van Justitie worden aangeboden aan de Staten. De Raad stond verder ook stil bij het onderwerp ‘stelselmatige niet opvolging van aanbevelingen’ en constateert dat er sprake is van een toenemend aantal onderwerpen dat voor het voorgaande in aanmerking komt.
Justitiële samenwerking tussen de landen
Alle landen willen de rechtshandhavingsketen versterken om de strijd tegen de steeds complexer wordende en vaak grensoverschrijdende criminaliteit aan te kunnen blijven gaan. Nu de criminaliteit zich niets aantrekt van grenzen, blijkt steeds weer dat de landen elkaar nodig hebben. Samenwerking is en blijft derhalve noodzakelijk. De behoefte aan samenwerking is daarom groot. De in de Staat uitgelichte overkoepelende onderwerpen die nopen tot justitiële samenwerking zijn: politiesamenwerking, het JVO, forensische zorg en Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ), en informatiedeling binnen het Koninkrijk.
De samenwerking tussen de vijf politiekorpsen binnen het Koninkrijk kreeg sinds 2016 een impuls door de intensivering van de regionale samenwerking. Uitgangspunt is dat een gezamenlijke aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit wederzijdse voordelen oplevert, bijvoorbeeld ten aanzien van informatie-uitwisseling en expertise.
Een van de structurele vormen van Koninkrijk samenwerking op justitieel gebied is het Justitieel Vierpartijen Overleg. Door structureel overleg, het maken van concrete afspraken, daar waar nodig ondersteunt door personele, materiele en/of financiële steun wordt de onderlinge samenwerking versterkt en worden (ei)landsoverstijgende onderwerpen gezamenlijk bestreden.
Beveiligde zorg is bij uitstek een thema dat om verregaande samenwerking tussen de landen vraagt. Het JVO heeft een Koninkrijksbrede werkgroep in het leven geroepen met de opdracht tot het formuleren van een “businesscase” op het terrein van forensische zorg, TBS en PIJ. Inzet is onder andere een basisvoorziening van forensische zorg voor alle landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk uit te werken, inclusief de financiële en juridische randvoorwaarden.
Het delen van informatie binnen het Koninkrijk is voor de rechtshandhaving van groot belang. Dit wordt breed erkend en herkend. Momenteel is het vanwege nieuwe wetgeving sinds 2018 zeer ingewikkeld om politie- en justitiële gegevens te delen tussen het Europese deel van het Koninkrijk en het Caribische deel van het Koninkrijk. Daarom wordt er gewerkt aan een consensusrijkswet waarmee wordt beoogd te voorzien in een passend, adequaat en in alle landen gelijkwaardig beschermingsniveau voor de verwerking van deze gegevens. Gezien het tijdsbestek dat daarmee gemoeid zal zijn, wordt er intussen naar een werkbare interim-oplossing gezocht.
Tot slot
De Raad is van mening dat naast een visie voor de rechtshandhaving een combinatie van sturing, prioritering, een forse investering in en tussen de diensten alsook samenwerking voor Sint Maarten de sleutel is. De Raad wees de afgelopen jaren specifiek op de primaire verantwoordelijkheid van de minister bij deze belangrijke onderwerpen. De Raad constateert ook in 2023 wederom dat de justitiële medewerkers zich elke dag blijven inzetten voor een veiligere samenleving en spreekt daarvoor zijn dank uit. De Raad geeft in zijn Staat aan zoals altijd uit te zien naar de komende ontwikkelingen.
De Staat van de rechtshandhaving 2023 (in het Nederlands en Engels beschikbaar) met infographic en alle andere publicaties van de Raad zijn digitaal beschikbaar op de website: www.raadrechtshandhaving.com.